Geschiedenis van de Grijze Boerderij

In de volksmond wordt de boerderij vaak de Grijze Boerderij genoemd vanwege de grijs gepleisterde buitenkant van het voorhuis. (Vandaar ook de naam Pleisterplaats voor onze B&B.) De boerderij is in het jaar 1874 gebouwd door Friedrich Gerhard Dammeijer, een Duitser die met zijn Nederlandse vrouw Anje Jans Botjes uit de Landschaftspolder naar Veendam verhuisde. Zij kochten een aantal percelen grond (in totaal 21 ha) met daarop een boerderij van de familie Kemper, zoals aangegeven op de hiernaast gereproduceerde topografische kaart van het Beneden Westerdiep uit 1832, het geboortejaar van het kadaster. De koopsom bedroeg ca 35.000,- gulden.

fig.1 Kadasterkaart van het Beneden Westerdiep gebied uit 1832. De geel ingekleurde percelen zijn in 1874 door C.F.Dammeijer en de oranje gekleurde percelen in 1908 aangekocht door de gebroeders Gerard en Meindert Bolhuis. Daartoe hoorde ook het buiten Vredenrust dat toen door de broers is afgebroken. Aan de bovenkant van de kaart zien we het buiten Somerlust, dat in 1912 is afgebroken.

Fig.2 Kadaster tekening uit 1874 van de toen net gebouwde boerderij.

De boerderij werd afgebroken en op het perceel ten noorden ervan werd een nieuwe boerderij gebouwd in een stijl die doet denken aan sommige Duitse boerderijen net over de grens, d.w.z. een breed gepleisterd voorhuis, voorzien van opgebrachte pilaar structuren aan de voorkant en verzonken versieringen onder de vensterbanken. Volgens het gemeente register hebben de heer en mevrouw Dammeijer zich samen met hun eenjarig zoontje Christiaan Friedrich op 29 Nov. 1873 laten inschrijven. Op 10 Mei 1876 zijn ze alweer verhuisd naar de Stadspolder bij Beerta. De reden is waarschijnlijk een faillissement geweest.

Getuige het gemeente register van Beerta is de familie Dammeijer in mei 1897 vertrokken naar Noord Amerika. Op www.ellisisland.org is te vinden dat zoon Christiaan al enkele malen in de VS was geweest, het eerst op 21 jarige leeftijd in 1893. Hoe de ouders naar de VS zijn gereisd is daar niet te vinden, maar ze duiken weer op in het bevolkingsregister van de gemeente Yakima van de staat Washington in de buurt van Seattle onder de namen Fredrick en Annie Dameyer (de tweede m ontbreekt vanaf dat moment in de naam). Ook is er sprake van een dochter Nellie, waarschijnlijk in Veendam geboren met de Nederlandse naam Swanette Wiepkeline (alhoewel het opgegeven geboortejaar 1876 niet klopt met dat van de geboorte akte, nl. 1874). Een zoon van Christiaan, Richard Welton Dameyer was  een bekend advocaat in Seattle en omstreken.  In een telefoongesprek met hem in het jaar 2003 bevestigde hij het bovenstaande. Bovendien vertelde hij het zonderlinge verhaal dat zijn tante Nellie getrouwd was geweest met een welgesteld man met de naam Vandertuuk. Het aanzienlijke vermogen van het kinderloze echtpaar was tot zijn afgrijzen niet aan hem, maar aan de hond van Nellie vererfd. In het jaar 2009 is hij op 85 jarige leeftijd overleden. In een in memoriam gepubliceerd The Seattle Times kunnen we lezen dat vader Christian de Nederland Amerika hypotheekbank beheerde en viceconsul op het Nederlandse consulaat in Seattle was (http://www.legacy.com/obituaries/seattletimes). De familie heeft het ondanks het debacle in Veendam dus nog ver geschopt, zo lijkt het.

Foto van de grijze boerderij gemaakt door de vader van mevr. K. H. Beintema-Meijer in 1921.

De boerderij, inclusief alle aangekochte percelen werd in het jaar 1876 gekocht door Garbrand Gerhards Bolhuis, getrouwd met Hilje Meinderts Smid uit Garsthuizen voor 45.000,- gulden. Volgens een achterkleindochter, mevr. K. H. Beintema-Meijer, die een verhaal over de Grijze Boerderij publiceerde in het genealogisch tijdschrift “Huppeldepup”, wilde “grootva” door de verkoop van de “Bouwenheerd” in Garsthuizen het mogelijk maken voor beide zoons, Gerhard en Meindert, een boerderij in Veendam te kopen. (http://groningen.ngv.nl/Afdelingsblad/HDPs/HDP2001%20samenvatting.htm). Garbrand Gerhard Bolhuis overleed al in 1879. Het bedrijf werd voortgezet door een bedrijfsleider, Jan Elema, totdat de zoons oud genoeg waren om het bedrijf over te nemen. In 1902 was het zover. Gerhard, in het jaar 1899 getrouwd met Renske Flik, kwam op de grijze boerderij, terwijl Meindert, in dat jaar getrouwd met Riksta Eisina Cornelia Bossscher, een nieuwe door hem gebouwde boerderij aan de overkant (Beneden Westerdiep 32) betrok. In het jaar 1908 kochten de broers Gerhard en Meindert Bolhuis de buitenplaats “Vredenrust” voor 22625,- gulden. Omdat het hen uitsluitend om de uitbreiding van hun grondbezit met de bijbehorende landerijen ter grootte van ongeveer 8 hectare ging, het oranje gekleurde gedeelte in fig.1, werd het buiten (helaas) afgebroken en het land onderling verdeeld. De Belgisch hardstenen stoep bij de zijdeur van de grijze boerderij en twee gietijzeren palen die naast de inmiddels afgebroken Vredenrust school achter de grijze boerderij hebben gestaan, zijn de enige overblijfselen van de buitenplaats.

Hieronder enkele foto’s uit het fotoalbum van de familie Reinders. De familie op de stoep van de boerderij is de familie Bolhuis, bestaande uit vader Gerhard Bolhuis, zijn vrouw Renske Flik en hun twee dochters Hilda Trijntje en Zwaantina Michalina.

De grijze boerderij ging in de dertiger jaren van de vorige eeuw over naar dochter Hilda en haar man Roelf Jan Reinders. Een van de jongetjes die met de bokkenkar spelen is waarschijnlijk Willem de zoon van Hilda. De onderstaande foto’s, afkomstig van Rink Oosting, zijn waarschijnlijk ook uit die tijd.

     

Op de linkerfoto zijn aan de zuidzijde hoge bomen te zien. Volgens Willem Gerhard Reinders, die als zoon van bovengenoemd echtpaar is opgegroeid op de boerderij in de jaren dertig en veertig, zijn deze allemaal ten prooi gevallen aan de iepziekte en gekapt. Voor het huis staat een inmiddels allang gekapte kastanjeboom, de nog steeds bestaande rode beuk staat verscholen achter een iep en is nog klein. De achterkant van de boerderij is te zien op de achtergrond van de rechter foto. Omdat de deur van de paardenstal ontbreekt en de deur van de koestal veel kleiner is dan nu, moet het hier gaan om een foto van voor de brand van 1934. Zoals op de foto hiernaast is te zien bleef bij deze brand het voorhuis gespaard. De witte muur links is de achtermuur van het karnhuis. In de kruipruimte onder de keuken zijn nu nog steeds de zwart geblakerde balken uit die tijd te zien. De herbouw van de schuur werd aanbesteed voor 6000,- gulden.  De schuur was overigens ook al eens eerder afgebrand kort voor 1900.

De onderstaande luchtfoto is volgens Willem Reinders gemaakt na de tweede  wereldoorlog door een werkeloze vliegenier, die foto’s van door hem gefotografeerde gebouwen aan de deur verkocht.

luchtfoto van de grijze boerderij van vlak na de oorlog. Naast de boerderij zien we de allang afgebroken schuur van Boer, en achter de boerderij de appelhof.

Omdat Willem Reinders met zijn vrouw in 1957 op een geërfde boerderij bij Wagenborgen ging wonen, verpachtte hij de grijze boerderij aan de familie Bentum. In de vijftiger en zestiger jaren is plan noord gerealiseerd. Daardoor werd de boerderij helemaal door nieuwe bebouwing ingesloten. De percelen “tussen de diepen” zijn daaraan opgeofferd. Ten westen van de boerderij waren er nog ongeveer 16 ha over. Vanaf 1970 nam Reinders de schuur en landerijen zelf weer in gebruik. Het voorhuis verhuurde hij aan achtereenvolgens de families Weij en Jalving. In 1979 werd de boerderij met landerijen verkocht aan projectontwikkelaar Kats. Na diens faillissement is de behuizing in 1986 geveild en aan de familie Aapkes verkocht. Na een grondige restauratie binnen en buiten is de boerderij in 1989 doorverkocht aan de familie Steenhuis. Deze eigenaars hebben op de graanzolder de slaapkamers en badkamer getimmerd die nu dienst doen als gastenkamers. In het jaar 2001 kwam de boerderij in het bezit van de huidige eigenaars Tjipke Hibma en Elizabeth Emilie Magendans. In dat jaar is het pand ook rijksmonument geworden. In 2008 is het dak van het voorhuis gerenoveerd en de inmiddels lelijk vlekkerig geworden pleisterlaag overgeschilderd in de kleur “betongrijs” uit respect voor de naam “grijze boerderij”.